AOT60
O3 Jaargemiddelde | NET60 | AOT60 | AOT40-vegetatie | AOT40-bossen
Alle data hieronder zijn het resultaat van de RIO-interpolatietechniek, een techniek waarbij de meetresultaten worden geïnterpoleerd op een grid met een resolutie van 4x4 km2. Lokaal kunnen de concentraties hoger of lager zijn.
De AOT60 (= Accumulated Ozone Exposure above a Threshold of 60 ppb (=120 µg/m³)) is een overlastindicator voor de gezondheid van de bevolking. De AOT60 telt alle overschotten boven 120 µg/m³ op van de dagelijkse hoogste 8-uurgemiddelde concentraties. In tegenstelling tot de NET60-indicator, houdt de AOT60 rekening met de grootte en de duur van de overschrijding. In de voorbereiding van de eerste Ozonrichtlijn (2002/3/EG) en van de Nationale Emissieplafondsrichtlijn, werd 5800 (µg/m³).u vooropgesteld als middellangetermijndoelstelling (MLTD) voor 2010, wat ongeveer overeenkomt met een NET60 gelijk aan 25 dagen. De langetermijndoelstelling is 0 (µg/m³).u. De overlastindicator AOT60 werd niet behouden in de huidige Europese Luchtkwaliteitsrichtlijn, maar is een betere indicator om de overlast voor de bevolking te kwantificeren.
Evolutie percentielen
De onderstaande figuur geeft de evolutie weer van het minimum, het 25ste percentiel (P25), de mediaan (P50), het 75ste percentiel (P75) en het maximum van de ozonoverlast voor de bevolking in België sinds 1990. De jaren '90, '94, '95, 2003, 2006 en 2018 springen meteen in het oog als ongunstige ozonjaren, tijdens deze jaren overschrijden grote delen van het land de Europese streefwaarde van 5800 (µg/m³).u. De langetermijndoelstelling van 0 (µg/m³).u werd in 2022 overal in België overschreden.
Boxplots van de overlast voor de bevolking (AOT60) in België (1990–2022). De gemiddelden voor België worden weergegeven door de blauwe cirkels. Alle data werden berekend op basis van de RIO-interpolatietechniek.
Klik hier voor meer informatie over de interpretatie van een boxplot.