U bent hier: Home / Documentatie / Wetgeving

Europese richtlijn (2008)

In mei 2008 werden de Kaderrichtlijn 96/62/EG, de eerste drie dochterrichtlijnen en een richtlijn rond het uitwisselen van gegevens vervangen door de nieuwe EU-richtlijn 2008/50/EG. De grens- en streefwaarden, en informatie- en alarmdrempels werden behouden, behalve de tweede fase van de PM10-grenswaarde die geschrapt werd. Aanvullend werden, gebaseerd op recente gezondheidsonderzoeken naar de schadelijke effecten van PM2,5, voor die polluent eveneens meetverplichtingen en grens- en streefwaarden vastgelegd. Op basis van PM2,5-metingen in stedelijke achtergrondlocaties wordt een gemiddelde blootstellingsindex (GBI) berekend voor het referentiejaar 2010, gebaseerd op de gemiddelde concentratie in 2008, 2009 en 2010. Die blootstellingsindex bepaalt naar welk reductiepercentage een lidstaat moet streven tegen 2020. Er werd ook in extra flexibiliteit voorzien voor het niet in rekening brengen van natuurlijke bronnen bij de beoordeling van de kwaliteitsdoelstellingen en er werd in een uitstelmogelijkheid voorzien voor het halen van de grenswaarden van NO2, PM10 en benzeen.

Voor fijn stof mogen overschrijdingen die geheel of gedeeltelijk te wijten zijn aan natuurlijke bronnen geheel of gedeeltelijk buiten beschouwing worden gelaten. De bijdrage van het strooien van winterzand en -zout mag eveneens worden afgetrokken.

Ook de criteria voor het aggregeren van gegevens en het berekenen van statistische parameters zijn grotendeels overgenomen uit de oude kaderrichtlijnen. Uitzondering daarop is de berekening van 24-uurswaarden; daarvoor moet volgens de nieuwe richtlijn minstens 75% van de uurgemiddelden beschikbaar zijn.

De richtlijn voorziet ook in de mogelijkheid om in zones of agglomeraties waar het moeilijk is om de vastgestelde grenswaarden tegen de streefdatum te bereiken, de nalevingstermijn voor de grenswaarden met een welbepaalde periode uit te stellen (tot 2011 voor PM10 en tot 2015 voor benzeen en NO2). Daarbij moet een uitvoerig plan worden opgesteld waaruit blijkt dat de naleving tegen het einde van de herziene termijn gegarandeerd wordt. Dat plan moet door de Europese Commissie worden goedgekeurd. In 2009 werd de uitstelaanvraag voor het niet behalen van de daggrenswaarde van 50 μg/m³ voor PM10 in verschillende zones in Vlaanderen, Brussel en Wallonië niet goedgekeurd. Net als verschillende Europese lidstaten (22 van de 27) haalden ook Vlaanderen en Brussel de Europese jaargrenswaarde van 40 μg/m³ voor stikstofdioxide (NO2) niet in 2010. Begin 2012 werd in Vlaanderen het Luchtkwaliteitsplan opgemaakt dat een pakket maatregelen bevat om de Europese grenswaarde te halen tegen 2015. Vlaanderen heeft voor de zones in overschrijding – de Antwerpse agglomeratie en de Antwerpse haven – van de Europese Commissie uitstel gekregen voor het behalen van de jaargemiddelde NO2-grenswaarde tot 2015. Tot die datum is de grenswaarde in die zones 60 μg/m³. Aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd geen uitstel verleend. Een overzicht van de uitstelaanvragen en de beslissingen daarover van de Europese Commissie is te vinden op de volgende website: ec.europa.eu/environment/air/quality/legislation/time_extensions.htm

De luchtkwaliteitsrichtwaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie WGO (World Health Organisation – WHO) zijn strenger dan de grens- en streefwaarden opgelegd door de Europese Unie. De grens- en streefwaarden van de EU zijn opgesteld met als uitgangspunt hoe in de hele EU27 op de meest kostenefficiënte manier de best mogelijke luchtkwaliteit kan worden verwezenlijkt die maximale bescherming biedt aan de bevolking. Europa houdt dus niet alleen rekening met gezondheidsredenen maar ook met de economische haalbaarheid om tot die doelstellingen te komen. De richtwaarden die de WGO voorstelt, zijn bijgevolg een aanvaardbare en haalbare doelstelling om gezondheidseffecten te minimaliseren binnen de lokale mogelijkheden en beperkingen, en de publieke gezondheidsprioriteiten. Voor bijvoorbeeld fijn stof stelde de WGO geen ondergrens vast waaronder geen schadelijke effecten voor de gezondheid voorkomen.

Tabel 3 geeft een overzicht van de verschillende grens- en streefwaarden per polluent en het tijdstip waarop die gerespecteerd moeten worden. Tabel 4 geeft de informatie- en alarmdrempels weer waarbij de bevolking moet worden geïnformeerd of gealarmeerd. Tabel 5 toont de strengere richtwaarden voorgedragen door de WGO.

Tabel 1: Overzicht van Europese grens- en streefwaarden voor de verschillende polluenten volgens de EU-richtlijn 2008/50/EG
Tabel 1: Overzicht van de Europese grens- en streefwaarden voor de verschillende polluenten volgens de EU-richtlijn 2008/50/EG

 

Tabel 2: Overzicht van de gemiddelde uurlijkse informatie- en alarmdrempels volgens de EU-richtlijn 2008/50/EG
Tabel 2: Overzicht van de gemiddelde uurlijkse informatie- en alarmdrempels volgens de EU-richtlijn 2008/50/EG

 

Tabel 3: Overzicht van de richtwaarden voor de luchtkwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie
Tabel 3: Overzicht van de richtwaarden voor de luchtkwaliteit van de Wereldgezondheidsorganisatie

gearchiveerd onder: kaderrichtlijn