Wie krijgt de meeste luchtverontreininging binnen de stad: de voetganger, fietser, autobestuurder, buspassagier? Waarom?
Onderzoek van de Uhasselt waarbij een groep van personen een week lang een persoonlijk “black carbon” (maat voor roet, in de stad vooral dieselroet) meettoestel meedroegen bij al hun verplaatsingen, wees uit dat wanneer men zich verplaatst, men 2 tot 5 keer meer wordt blootgesteld aan luchtvervuiling dan wanneer men thuis is. De hoogste concentraties werden gemeten bij autobestuurders en passagiers van auto’s en bussen. De concentraties waaraan mensen werden blootgesteld wanneer ze zich te voet of met de fiets verplaatsten, waren ongeveer de helft lager. In de trein werden de laagste concentraties gemeten. Veel hangt af van het traject dat voor de verplaatsing wordt gekozen. De uiteindelijke hoeveelheid vervuiling die je inademt, hangt ook af van je ademhalingsritme en de tijd die je rijdt met de auto, fietst, te voet gaat enz. Als je de “dosis” (of vervuiling per minuut) die je inademt gaat berekenen, dan blijkt dat deze voor “actieve” personen (fietsers, voetgangers) ongeveer 2 maal zo hoog is als voor “passieve” (autobestuurders, passagiers). Dat komt omdat fietsers een hogere ademhalingsfrequentie hebben. Verplaats je met de fiets of te voet dus best in straten met zo weinig mogelijk verkeer.
Bron: artikel UHasselt