De luchtkwaliteit in 2025: beoordeling op basis van voorlopige cijfers

Samenvatting

De luchtkwaliteit ging er in 2025 (licht) op achteruit vergeleken met 2024. Zowel de jaargemiddelde stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties waren hoger dan in 2024. Ook het aantal overschrijdingen van de (huidige en toekomstige) daggrenswaarden was in 2025 hoger dan in 2024. Het aantal ozondagen (2) was in 2025 hetzelfde als in 2024. Op de lange termijn is de luchtkwaliteit wel gevoelig verbeterd.

Vanaf 2030 treden nieuwe, strengere Europese grenswaarden in werking. In 2025 werden deze grenswaarden nog niet op alle meetplaatsen gehaald. Indien dit ook het geval blijft in 2026 en/of in de daaropvolgende jaren tot en met 2029 en indien prognoses aantonen dat de grenswaarden met het huidige beleid ook in 2030 zullen worden overschreden, zullen “roadmaps” moeten worden opgesteld waarin de gewesten aangeven met welke (extra) emissiereducerende maatregelen de grenswaarden tegen 2030 alsnog zullen worden gehaald. Onder bepaalde voorwaarden kan aan de Europese commissie ook uitstel gevraagd worden voor het halen van de grenswaarden.

De gezondheidsadvieswaarden van de WGO op elke plaats in België halen ligt nog ver buiten bereik.

Inleiding

Deze analyse geeft een eerste voorlopige inschatting van de luchtkwaliteit in 2025 op basis van het verloop van drie polluenten: stikstofdioxide (NO₂), fijn stof (PM₂.₅) en ozon (O₃) op stedelijke achtergrondmeetplaatsen. Stedelijke achtergrondmeetplaatsen zijn meetplaatsen waar de luchtkwaliteit niet wordt bepaald door bronnen in de onmiddellijke omgeving, maar door alle bronnen in de wijde omgeving van de meetplaats. De gemeten concentraties op stedelijke achtergrondmeetplaatsen geven een goed beeld van de gemiddelde blootstelling van de stedelijke bevolking aan luchtvervuiling.

Op “hotspot”-locaties – dit zijn plaatsen waar de luchtkwaliteit sterk beïnvloed wordt door lokale bronnen – zullen de concentraties hoger zijn dan op achtergrondmeetplaatsen in de buurt.

Stikstofdioxide (NO₂)

Stikstofdioxide is een typische verkeersgerelateerde polluent. Op plaatsen met veel verkeer is er een directe link tussen de NO₂-concentraties en het lokale (diesel)verkeer.

In de onderstaande figuur worden de jaargemiddelde NO₂-concentraties sinds 2010 weergegeven voor vier stedelijke achtergrondmeetplaatsen in Antwerpen, Gent, Brussel en Charleroi.

 

Vanaf 2014 zien we een gradueel dalende trend. De laatste drie jaar (2023–2025) is er eerder sprake van stagnatie, met NO₂-concentraties die in 2025 iets hoger waren dan in 2024. De impact van de coronacrisis, met minder gemotoriseerd verkeer, is duidelijk zichtbaar in 2020. Na het eerste coronajaar stegen de concentraties tijdelijk opnieuw in 2021 en 2022. Ondanks de (lichte) toename in 2025 ten opzichte van 2024 bleven de concentraties, net als in 2023 en 2024, lager dan in het eerste coronajaar 2020.

Voor de dalende trend op lange termijn zijn er verschillende verklaringen:

  • De daling van de stikstofoxide- (NO-)uitstoot in alle sectoren en in alle EU-lidstaten.

  • Specifiek voor het wegverkeer: strengere emissienormen en de ontdieseling van het (personen)wagenpark. Dieselwagens stoten gemiddeld nog altijd meer stikstofoxiden uit dan benzinewagens.[1]

  • De laatste generatie dieselwagens (vanaf Euro 6d) stoot gevoelig minder NO uit. Dit is het gevolg van de invoering van real-driving emissions-testen, waarbij voertuigen ook onder realistische rijomstandigheden op de weg en niet langer uitsluitend in het laboratorium worden getest.

  • De invoering van lage-emissiezones (LEZ) in een aantal steden, waardoor de oudste en meest vervuilende voertuigen worden geweerd. Uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen blijkt dat in steden met een LEZ de daling van de NO₂-concentraties iets sterker is.[2]

De (lichte) stijging van de NO₂-concentraties in 2025 ten opzichte van 2024 is vooral toe te schrijven aan minder gunstige meteorologische omstandigheden. In 2024 waren de weersomstandigheden uitzonderlijk gunstig voor de luchtkwaliteit (onder meer door recordhoeveelheden neerslag), wat resulteerde in de laagste NO₂-concentraties ooit gemeten. Vooral in het voorjaar van 2025 (februari, maart en april) waren de meteorologische omstandigheden ongunstig voor de luchtkwaliteit: deze maanden waren gemiddeld droger dan normaal en er was weinig wind (zie https://www.meteo.be/nl/klimaat/klimaat-van-belgie/klimatologisch-overzicht/2025/februari). Opvallend is dat vanaf mei de maandgemiddelde concentraties in 2025 lager lagen dan in 2024. Daardoor lag het jaargemiddelde in 2025 uiteindelijk slechts beperkt hoger dan in 2024 (+6%).

De Europese grenswaarde van 40 µg/m³ werd in 2025 in geen enkel automatisch meetstation overschreden. In Antwerpen, Gent, Brussel, Namen en Charleroi worden op een aantal verkeersdrukke locaties ook metingen uitgevoerd met passieve samplers. Met deze samplers wordt de tweewekelijkse gemiddelde NO₂-concentratie gemeten. De meetresultaten voor het volledige jaar 2025 zijn nog niet beschikbaar, aangezien het geen automatische metingen betreft. Aangezien er in 2023 en 2024 geen overschrijdingen van de NO₂-grenswaarde met passieve samplers werden vastgesteld, is de kans klein dat dit in 2025 wel het geval zou zijn. Daarnaast wordt de luchtkwaliteit beoordeeld met hogeresolutiemodellen voor locaties waar niet gemeten wordt. De modelresultaten voor 2025 zullen beschikbaar zijn in de zomer of het najaar van 2026.

De strengere jaaradvieswaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie (10 µg/m³) wordt enkel gehaald in de meest landelijke meetstations in Vlaanderen en ten zuiden van de Samber- en Maasvallei.

Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie keurden in oktober 2024 een herziene luchtkwaliteitsrichtlijn goed met strengere grenswaarden tegen 2030, vergeleken met de huidige EU-richtlijn uit 2008. De NO₂-jaargenswaarde werd verlaagd van 40 naar 20 µg/m³. Indien deze toekomstige grenswaarde in 2026 niet wordt gehaald, zullen de lidstaten uiterlijk in 2028 een “roadmap” moeten opstellen waarin zij aangeven met welke maatregelen de grenswaarde vanaf 2030 zal worden gehaald.

In 2025 werd de grenswaarde die vanaf 2030 van kracht wordt in Antwerpen en Brussel (net) overschreden in de stedelijke achtergrondstations. Het lijkt er echter op dat deze grenswaarde op die locaties tegen 2030 wel gehaald kan worden. Op sommige van de drukste verkeerslocaties worden daarentegen nog steeds concentraties tussen 30 en 40 µg/m³ gemeten (met passieve samplers). Extra inspanningen en emissiereducties zullen nodig zijn om ook daar de Europese grenswaarde van 20 µg/m³ vanaf 2030 te halen.

daggrenswaarde

Naast een jaargenswaarde voorziet de nieuwe EU-richtlijn ook een daggrenswaarde voor NO₂: de daggrens van 50 µg/m³ mag maximaal 18 dagen per jaar worden overschreden. Deze (in vergelijking met de jaargrens, minder strenge) daggrenswaarde wordt in quasi alle meetstations gerespecteerd. Het aantal overschrijdingen van deze toekomstige daggrens is sinds 2010 sterk gedaald (zie figuur onder). De zeer strenge WHO-dagadvieswaarde van 25 µg/m³, die maximaal drie à vier keer per jaar mag worden overschreden, wordt enkel gehaald in landelijke meetstations in de Ardennen en aan de kust.

Tabel met overschrijdingen stikstofdioxide: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/stikstofdioxide/overschrijdingen

Fijn stof

De Europese jaargenswaarden voor PM₁₀ (40 µg/m³) en PM₂.₅ (25 µg/m³) worden al geruime tijd op alle meetplaatsen gerespecteerd. PM₁₀ is fijn stof met een diameter kleiner dan 10 micrometer; PM₂.₅ is de fijnere fractie met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer.

Over een langere periode zijn de jaargemiddelde concentraties gedaald. Na een stagnatie tussen 2020 en 2022 daalden de concentraties opnieuw in 2023 en 2024. In 2025 namen de concentraties opnieuw toe. Dit wordt geïllustreerd in de onderstaande figuur met de jaargemiddelde concentraties (PM2.5) op basis van de metingen in de 4 stedelijke achtergrondmeetplaatsen (Gent, Antwerpen, Brussel en Charleroi) tussen 2010 en 2025.

De gunstige langetermijntrend is het gevolg van een dalende uitstoot, op Europees niveau, van zowel primair fijn stof als van precursoren (stikstofoxiden, ammoniak en zwaveldioxide) die bijdragen aan de vorming van secundair fijn stof. Net als voor NO₂ zijn de minder gunstige weersomstandigheden in het voorjaar van 2025 (droog en weinig wind) en de uitzonderlijk gunstige omstandigheden in 2024, een verklaring voor de hogere concentraties in 2025 ten opzichte van 2024.

In onderstaande figuur worden de maandgemiddelde PM2.5-concentraties getoond in 2024 en 2025 (zelfde 4 achtergrondstations). De fijnstofconcentraties in de maand januari, maar vooral in de maanden februari, maart en april waren in 2025 gevoelig hoger dan in 2024. In die maanden waren er ook verschillende dagen met daggemiddelde concentraties boven de (smog)informatiedrempel van 35 µg/m³. De informatiefase werd in 2025 zes keer geactiveerd, in 2024 gebeurde dat niet. Vanaf mei waren de maandgemiddelde concentraties in 2025 lager dan of gelijk aan die in 2024. Door de hogere concentraties in het voorjaar lag het jaargemiddelde in 2025 gemiddeld ongeveer 11% hoger dan in 2024.

De huidige Europese jaargrenswaarde voor PM2.5 bedraagt 25 µg/m³. De nieuwe Europese richtlijn voorziet een jaargrens van 10 µg/m³ in 2030. In tegenstelling tot in 2024 werd de nieuwe EU-grenswaarde op verschillende meetplaatsen (15 in Vlaanderen) overschreden in 2025. In 2024 was dat slechts op één meetplaats het geval. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat er in 2024 op 10 meetplaatsen een jaargemiddelde concentratie van 10 µg/m³ werd gemeten, of net geen overschrijding van de EU jaargrens in 2030.

De WGO-jaaradvieswaarde voor PM2.5 is 5 µg/m³. Deze jaaradvieswaarde wordt alleen bereikt in  landelijke meetplaatsen in Wallonië (gebied onder de Samber- en Maasvallei).

daggrens

De huidige Europese daggrens voor fijn stof (PM10) bedraagt 50 µg/m³ (daggemiddelde concentratie). Deze grens mag niet meer dan 35 dagen overschreden worden. In 2025 werd de daggrens op geen enkele meetplaats overschreden. Het hoogste aantal gemeten overschrijdingen van de daggrens was 24 dagen (Sint-Kruiswinkel, Gent). In de meeste meetstations werden er meer overschrijdingen gemeten in 2025 vergeleken met 2024. De verklaring hiervoor zijn net zoals voor het jaargemiddelde de minder gunstige weersomstandigheden, vooral in het voorjaar, in 2025 vergeleken met 2024. Overschrijdingsindicatoren zijn ook gevoeliger aan (kleine) veranderingen in concentraties: een daggemiddelde PM10 concentratie van 50 µg/m3 is geen overschrijding, 51 µg/m³ is dat wel.

Voor PM2.5 voorzag de EU-richtlijn uit 2008 geen daggrenswaarde. In de nieuwe richtlijn is een daggrens van 25 µg/m³ opgenomen die maximaal 18 dagen per jaar mag overschreden worden. Op onderstaande figuur wordt het aantal overschrijdingen van deze daggrens die tegen 2030 moet gehaald worden getoond. In tegenstelling tot in 2024 waar deze (toekomstige) daggrens overal werd gerespecteerd, werd deze in 2025 op 27 meetplaatsen (24 in Vlaanderen en 3 in Wallonië) overschreden. Op de lange termijn is het aantal overschrijdingen van dagen met piekconcentraties wel gevoelig afgenomen.

 

De (zeer) strenge WGO-dagadvieswaarde voor PM2.5 van 15 µg/m³ die nog maximaal 3 à 4 dagen per jaar mag overschreden worden, wordt nog nergens in het land gehaald.

Alhoewel de fijnstofconcentraties de voorbije 15 jaar gevoelig gedaald zijn, kunnen lokale bronnen zoals houtkachels lokaal zorgen voor (kortdurende) fijnstofpieken. Uit een studie van het Nederlands TNO bleek dat de bijdrage van houtverbranding aan de fijnstofconcentraties kan zorgen voor extra overschrijdingen van de WGO-dagadvieswaarde [3].  Deze pieken kunnen bijkomend zorgen voor hinder door geuroverlast. Houtverbranding is de belangrijkste bron van (primaire) fijnstofemissies.

Tabel met overschrijdingen fijn stof: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/fijnstof/overschrijdingen


Ozon (O₃)

De zomer van 2025 was droger, warmer en zonniger dan normaal. Er waren ook 2 hittegolven. (https://www.meteo.be/nl/klimaat/klimaat-van-belgie/klimatologisch-overzicht/2025/zomer).

Ondanks deze voor de vorming van ozon gunstige weersomstandigheden (ozonpieken ontstaan op zonnige en warme zomerdagen door fotochemische reacties in de atmosfeer) waren er slechts 2 ozondagen in 2025: een dag in juni (de 13de) en in juli (de 2de ). Een ozondag is een dag met op minstens één meetplaats in België een overschrijding van de Europese informatiedrempel van 180 µg/m³. In augustus waren er geen ozondagen. Globaal was 2025 een jaar met weinig ozondagen.

De daling van de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische componenten (VOC) de laatste decennia op Europese schaal zorgt voor minder en minder intense ozonpieken. Het aantal  ozondagen en de intensiteit van de ozonpieken neemt, bij vergelijkbare (en zelfs ongunstigere) weersomstandigheden, daardoor af .

De ozonstreefwaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens (EU richtlijn 2008/50) is 120 µg/m³ als hoogste 8-uurgemiddelde van een dag. Deze streefwaarde mag, gemiddeld over een periode van 3 jaar, niet meer dan 25 dagen overschreden worden. Het 3-jaargemiddelde in de periode 2023-2025 bleef op alle meetplaatsen onder de 25 dagen.

De advieswaarde van de WGO bedraagt 100 µg/m³ als hoogste 8-uurgemiddelde van een dag en mag per jaar slechts 3 tot 4 keer overschreden worden. Nergens in België wordt deze advieswaarde gehaald.

Tabel met aantal ozondagen per maand sinds 1979: https://www.irceline.be/nl/luchtkwaliteit/metingen/ozon/historiek/ozondagen/overzicht-sinds-1979/view

Meer info

Dit overzicht geeft op basis van de (nog niet volledig gevalideerde) meetresultaten van fijn stof, stikstofdioxide en ozon een eerste (beperkte) analyse van de luchtkwaliteit in 2025 (cijfers voor 2025 tot 26 december). Een uitgebreide bespreking van de luchtkwaliteit in 2025 zal beschikbaar zijn in de loop van 2026. Ook de drie gewesten publiceren dan rapporten en/of indicatoren met meer informatie, ook voor andere dan de hierboven beschreven polluenten.

Meer info over de trends van luchtvervuiling in België, zie jaarrapport luchtkwaliteit in België 2024: https://www.irceline.be/nl/documentatie/publicaties/jaarrapporten/jaarrapport2024_nl.pdf/view

De evolutie van de luchtkwaliteit in Vlaanderen (VMM): https://www.vmm.be/lucht/evolutie-luchtkwaliteit/hoe-evolueert-de-luchtkwaliteit-in-vlaanderen

De evolutie van de luchtkwaliteit in Wallonië (AWAC/ISSeP): https://www.wallonair.be/fr/publications/12-qualite-de-l-air-ambiant/4-wallonie-rapports-annuels.html

De evolutie van de luchtkwaliteit in Brussel (Brussel-Leefmilieu): https://document.environnement.brussels/opac_css/index.php?lvl=notice_display&id=13025