Wat zijn PM₁₀ en PM₂.₅?
Naast gasvormige polluenten kan de omgevingslucht ook vervuild worden door deeltjes. Deze deeltjes (in suspensie, vloeibaar of vast), van uiteenlopende samenstelling en afmetingen, worden soms ook "aerosolen" genoemd. Ze worden dikwijls onder de noemer “zwevend stof” gecatalogeerd en ze worden vaak aangeduid als PM (een afkorting van het Engelse “Particulate Matter”).
Dit zwevende stof wordt meestal ingedeeld aan de hand van de 'aerodynamische diameter'. De aerodynamische diameter van een stofdeeltje is de diameter van ene bolvormig deeltje dat in de omgevingslucht hetzelfde gedrag vertoont als een stofdeeltje (dat niet noodzakelijk een bolvorm heeft). In het kader van de luchtkwaliteitsproblematiek is vooral het fijn stof van belang.
Fijn stof zoals PM10, PM2.5, PM1 en PM0.1 definieert men als een fractie van deeltjes met een aerodynamische diameter kleiner dan respectievelijk 10, 2,5, 1 en 0,1 µm (ter info: 1µm = 1 miljoenste van een meter of 1 duizendste van een millimeter). Ter vergelijking, de gemiddelde diameter van een menselijk haar is 50–70 µm (zie onderstaande figuur).
Grotere deeltjes worden snel nadat ze in de atmosfeer terechtgekomen zijn door de zwaartekracht neergeslagen op de grond of uitgespoeld door regen. De fijnere deeltjes kunnen langer (enkele dagen tot weken) in de atmosfeer blijven. Bijgevolg kunnen deze fijnere deeltjes getransporteerd worden over langere afstanden. Door de langere verblijf tijd in de atmosfeer kunnen de samenstellingen en de eigenschappen van de deeltjes wijzigen door fysicochemische processen.
Bron: C. Trimbacher Umweltbundesamt Wien
Deze foto is een elektronenmicroscopische opname van fijn stof op een filter, die geplaatst werd in de buurt van een straat. Dieselroet (de kleine grijze bolletjes) overheerst op deze filter. De lichtblauwe bolletjes zijn deeltjes afkomstig van verbrandingsprocessen, de roze deeltjes zijn mineralen en de groene blokjes zijn zouten.