Gezondheidsimpact van fijn stof: is er een verminderde levensverwachting?
Hoe kleiner het fijnstofdeeltje, hoe dieper het via de luchtwegen in het menselijk lichaam kan terecht komen. De allerkleinste deeltjes kunnen tot in het bloed doordringen. PM10 kan de slijmafvoer in de luchtwegen verstoren, ademhalingsklachten veroorzaken en de gevoeligheid voor luchtweginfecties verhogen. Ondermeer de aanwezigheid van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) in sommige stofdeeltjes bevordert de ontwikkeling van longkanker. Andere toxische bestanddelen van fijn stof kunnen zich na afzetting in de longen nog verder in het (menselijk) lichaam verspreiden via de bloedbaan of het lymfestelsel. Door blootstelling aan hoge piekconcentraties fijn stof verhoogt ook het risico op het krijgen van een hartaanval. Ultrafijne partikels (UFP of PM0,1 ) dringen dieper door in de longen dan grotere partikels, hebben een veel groter oppervlak per eenheidsmassa, en kunnen rechtstreeks in de bloedsomloop geraken. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat vooral de verbrandingsdeeltjes (vooral afkomstig van de uitlaten in het verkeer) van UFP gezondheidseffecten kunnen veroorzaken. Het is nog niet 100% duidelijk welke mechanismen er schuil gaan achter deze gezondheidseffecten.
Bron: Lokaal gezondheidsoverleg
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) stelt dat kortstondige blootstelling aan hoge fijnstofconcentraties (kortetermijnblootstelling) de volgende effecten kunnen hebben: ontsteking van de longen, effecten op de luchtwegen, nefaste effecten van cardiovasculaire aard (effect op hart- en bloedvaten), een toename van het gebruik van medicatie, hospitalisatie en mortaliteit. Mensen met luchtwegenaandoeningen zoals astma, chronisch obstructief longlijden (COPD), hartproblemen evenals oudere personen en kinderen worden als risicogroepen beschouwd.
Ook de langdurige blootstelling aan lagere fijnstofconcentraties kan aanleiding geven tot negatieve gezondheidseffecten (lange termijn effecten). Zo stelt de WGO dat er een hoger risico is op het krijgen van luchtwegenaandoeningen en dalende levensverwachting als gevolg van cardio-pulmonaire (hart en longen) mortaliteit en waarschijnlijk ook als gevolg van longkanker. Deze effecten zijn meer uitgesproken bij oudere mensen, kinderen of mensen die hart-, immuniteits- of ademhalingsproblemen hebben.
In het kader van het CAFE programma (Clean Air For Europe) werd berekend dat in het jaar 2000 door blootstelling aan PM2,5 de levensverwachting in de EU gemiddeld daalde met 8 maanden. Voor Vlaanderen werd berekend dat een inwoner gemiddeld ongeveer één gezond levensjaar verliest door de chronische gezondheidseffecten van PM2,5. In de Scandinavische landen is de daling van de levensverwachting het beperktst.
Uit een Amerikaanse studie (Pope et al., 2009) blijkt dat de levensverwachting ook terug toeneemt wanneer fijnstofconcentraties dalen.
Figuur: Het aantal jaren levensverwachtingsvermindering door PM2.5 uitgedrukt in maanden (prognose voor 2010). Deze inschatting is gebaseerd op modelresultaten, niet op metingen!