Is huishoudelijke verwarming ook een bron van fijnstofemissies?
Verwarmingssystemen kunnen gebruik maken van verschillende energiebronnen: fossiele brandstoffen (kolen, stookolie, gas), biomassa (hout,…), natuurlijke bronnen (zonne-energie, geothermie,…). Enkel de systemen die gebruik maken van natuurlijke bronnen, zijn “emissie-neutraal”. Ondanks het feit dat het inderdaad klopt dat een volledige verbranding enkel maar zorgt voor koolstofdioxide- en wateremissies, is het overgrote deel van de verbrandingen onvolledig, en vinden er dus ook emissies plaats van verontreinigende gassen en partikels. De meeste brandstoffen bevatten ook “onzuiverheden” of niet-brandbare elementen, in variabele hoeveelheden. De verontreinigende emissies zijn dus afhankelijk van het type brandstof en de gebruikte technologie.
De afgelopen jaren werd er meer en meer gebruik gemaakt van verwarmingssystemen op hout. Men beschouwt hout vaak als een schone, hernieuwbare en goedkope energiebron, en hierdoor zou men ook geen fossiele brandstof meer hoeven te gebruiken. Men moet er echter voor opletten dat hout een “ruwe” energiebron blijft, bestaande uit ongeraffineerde, complexe elementen. Om ervoor te zorgen dat de emissies zeer laag zouden zijn, moet men het verbrandingsproces perfect kunnen beheersen en controleren.
Recente Europese studies hebben aangetoond dat biomassaverbranding (verbranding van hout, verbranding van vegetatie) in belangrijke mate bijdraagt aan de luchtvervuiling, voornamelijk in de winter. Het Europese project CARBOSOL heeft de bijdrage van verschillende energiebronnen aan de fractie organische koolstof bestudeerd. De analysemethodes gebruikt in het onderzoek deden een beroep op chemische tracers, zoals levoglucosaan, en gebruikten ook C14-metingen.
Levoglucosaan – een suiker die ontstaat door de verbranding van cellulose – blijkt een zeer goede chemische tracer te zijn, die toelaat om ondubbelzinnig de emissies te bepalen die ontstaan door biomassaverbranding. C14 is een radioactieve isotoop van koolstof die te snel desintegreert (halfwaardetijd van ongeveer 5730 jaar) om terug te vinden in fossiele brandstoffen, maar die wel aanwezig is in biomassa. De resultaten hebben aangetoond dat in de winter 50 à 70% van de massa aan koolstofhoudende aerosolen afkomstig is van de verbranding van biomassa, ongeacht de geografische locatie in Europa.
Om de vervuiling, en dan voornamelijk het koolstofgedeelte, op een continentale schaal in de winter te beperken, zijn technologische ontwikkelingen op vlak van biomassaverbranding noodzakelijk, net als een rigoureuze reglementering om de toepassingsmogelijkheden te beperken.