Hoge fijnstofconcentraties sinds dinsdag 17 maart 2015: wat zijn de oorzaken?
Sinds dinsdag 17 maart worden hoge fijnstofconcentraties in de lucht gemeten. Deze smogepisode is een situatie die af en toe voorkomt in het voorjaar op dagen met, meestal, mooi en rustig lenteweer. Het is geen typische ‘wintersmogepisode’. Deze ’lentesmogepisodes’ worden gekenmerkt door het grote gebied waarop ze voorkomen. Niet alleen in België zijn de fijnstofconcentraties immers hoog, maar ook in Nederland, het oosten van het Verenigd Koninkrijk en het noorden van Frankrijk worden hoge fijnstofconcentraties gemeten. Hogedrukweer, koude en vochtige nachten, weinig wind en relatief zachte temperaturen zijn de ideale weersomstandigheden voor de vorming van secundair fijn stof.
Naast de ongunstige verdunningsomstandigheden in de atmosfeer, speelt tijdens deze periode van het jaar ook de uitstoot van ammoniak een belangrijke rol bij de vorming van fijn stof. Ammoniak komt vrij bij het bemesten van landbouwgronden en er is ook de uitstoot via stallen. Ammoniak kan reageren met stikstofoxiden (dat eerst wordt omgezet tot salpeterzuur) afkomstig van het verkeer waarbij ammoniumnitraat wordt gevormd. Dit ammoniumnitraat is de belangrijkste component van secundair (anorganisch) fijn stof. Fijn stof bestaat immers uit zowel een primaire (=rechtstreeks uitgestoten, zoals bijvoorbeeld dieselroet) als een secundaire fractie. Secundair fijn stof wordt niet rechtstreeks uitgestoten, maar wordt gevormd door ingewikkelde chemische reacties in de atmosfeer. De voorlopers van secundair fijn stof hebben niet alleen lokale bronnen, maar kunnen over lange afstanden gestransporteerd worden. Metingen van de samenstelling van fijn stof in het verleden wijzen uit dat het secundaire aandeel tijdens lentesmogepisodes kan oplopen tot 60% van de totale massa fijn stof.
‘Lentesmogepisodes’ voorspellen is complex en de voorspellingsmodellen onderschatten (meestal) de fijnstofconcentraties. Gisteren woensdag (18 maart 2015) waren de fijnstofconcentraties hoger dan dinsdag en hoger dan voorspeld niettegenstaande de gunstigere verdunningsomstandigheden in de atmosfeer. Er was immers meer wind en aanvoer van luchtmassa's van over de Noordzee. De “BC” concentraties (Black Carbon, een maat voor dieselroet en één specifieke component van fijn stof) waren woensdag zowat de helft lager dan dinsdag en vertoonden, in tegenstelling met de totale massa fijn stof (PM10 en PM2.5) een dalend verloop. BC is een primaire component van fijn stof, en de concentraties ervan in de lucht worden bepaald door lokale emissies en de weersomstandigheden. De emissies waren woensdag niet anders dan dinsdag, dus een lagere BC concentratie kan alleen verklaard worden door de meer gunstige verdunningsomstandigheden.
Op basis van de laatste metingen en voorspellingen worden donderdag lagere fijnstofconcentraties (PM10 concentraties tussen 40 en 60 µg/m³) verwacht in vergelijking met de voorbije dagen. Vrijdag zullen de concentraties opnieuw toenemen. In het weekend zal de luchtkwaliteit gevoelig verbeteren.
(ook de Franse collega's van AirParif komen tot deze conclusies: zie www.airparif.asso.fr/actualite/detail/id/134 die we o.a. als bron gebruikt hebben).