U bent hier: Home / Over ons / Informatie

Informatie

Samenwerkingsovereenkomst tussen het Brusselse, Vlaamse en Waalse gewest inzake het toezicht op emissies in de lucht en op de structurering van de gegevens.

(18 mei 1994 – Belgisch Staatsblad 24-06-1994 Bladzijde 17211)

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993, inzonderheid op artikel 92bis;

Gelet op de beslissing van de Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu van 7 januari 1993;

Gelet op het advies van het Institut Scientifique de Service Public van 8 december 1993;

Gelet op het advies van de Direction Générale des Ressources Naturelles et de l’Environnement van 9 december 1993;

Gelet op het advies van het Brussels Instituut voor Milieubeheer van 24 december 1993;

Gelet op het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij van 10 februari 1994;

Overwegende de herverdeling onder de voornoemde gewestelijke instellingen en departementen, van de opdrachten die voorheen toevertrouwd werden aan het Departement Leefmilieu van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie en de effectieve hervatting van de werkzaamheden van het Instituut vanaf 1 mei 1993;

Overwegende de noodzakelijkheid om een permanente samenwerking te verzekeren inzake het beheer van de gegevens, om overleg te organiseren en om de realisatie van een gezamenlijk wetenschappelijk onderzoeksprogramma met betrekking tot het leefmilieu mogelijk te maken;

De Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heer L. Van den Brande, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaamse minister van Economie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en Externe Betrekkingen en de heer Norbert De Batselier, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaamse minister van Leefmilieu en Huisvesting:

De regering van het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de heer R. Collignon. Minister-president van de Waalse regering, belast met Economie, KMO’s, Externe Betrekkingen en Toerisme en de heer G. Lutgen, Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw:

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, vertegenwoordigd door de heer Charles Picque, Minister-Voorzitter belast met Ruimtelijke Ordening, Ondergeschikte besturen en Tewerkstelling en de heer Didier Gosuin, Minister van Huisvesting, Leefmilieu, Natuurbehoud, Waterbeleid en Monumenten en Landschappen.

Zijn het volgende overeengekomen:

HOOFDSTUK 1 – Grondbeginselen.

Artikel 1.
Deze samenwerkingsovereenkomst heeft tot doel een permanente samenwerking tussen de Gewesten te verzekeren en meer bepaald:

  • het overleg inzake het beheer van de netwerken voor Luchtmeting;
  • het behoud van een gemeenschappelijke wetenschappelijke basis inzake de registratie, de interpretatie van de gegevens en de totstandkoming van rapporten inzake de luchtvervuiling;
  • de ontwikkeling en het beheer van een permanente structuur voor het inzamelen van de gewestelijke gegevens.

Artikel 2.
In het kader van deze overeenkomst moet men de volgende omschrijvingen in acht nemen:

1° " meetnetwerk"

  • het automatische netwerk;
  • het netwerk zwavel-rook;
  • het netwerk zware metalen, met inbegrip van de meting van neerslag;
  • het netwerk zure regen;
  • het netwerk natuurreservaten;

2° "programma’s"

  • organische vervuiling;
  • fotochemische vervuiling;
  • ijk- en proefbank;
  • transport en depositie van luchtverontreinigende stoffen;
  • de uitbreiding van de netwerken, de monsterneming, de analyses.

3° "wetenschappelijk beheer"

  • het verzamelen van de gegevens en de analyse, de interpretatie en het opstellen van rapporten die er betrekking op hebben.

Artikel 3.
De Gewesten staan in voor de lasten die verbonden zijn aan het onderhoud, de exploitatie (met inbegrip van het nemen van monsters), de ontwikkeling van de netwerken voor Luchtmeting gelegen op hun grondgebied.

De autonome ontwikkeling van de netwerken voor Luchtmeting door de Gewesten kan in geen enkel geval afbreuk doen aan de toegankelijkheid en aan de overdracht van de gegevens zoals die voorzien zijn in artikel 5, 3°.

Artikel 4.
De gewesten oefenen het wetenschappelijk beheer uit van de netwerken voor luchtmeting en van de programma’s ijk- en proefbank waarvoor de gewesten zich associëren teneinde het wetenschappelijk beheer ervan gezamenlijk uit te oefenen.

Artikel 5.
Binnen het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden in uitvoering van de artikelen 3 en 4, verbinden de Gewesten zich ertoe:

1° elkaar wederzijds te bevoordelen inzake de toegankelijkheid tot hun respectieve diensten of instellingen om het maximale gebruik van de complementariteit te waarborgen;

2° een coördinatie van de inspanningen mogelijk te maken inzake de luchtverontreiniging:

  • door het organiseren van uitwisseling van informatie over de netwerken van Luchtmeting en de programma’s;
  • door het opstellen van gemeenschappelijke rapporten over de stand van de luchtverontreiniging;
  • door het organiseren van een wederzijdse opleiding van het wetenschappelijk en technisch personeel:

3° om de wederzijdse toegankelijkheid, die gratis is, tot de gegevens met betrekking tot de luchtverontreiniging en de meteorologie, meer bepaald die gegevens die verzameld worden in uitvoering van artikel 4 en de overdracht van deze gegevens naar de Intergewestelijke Cel voor Leefmilieu die bedoeld wordt in artikel 6 te waarborgen; de Gewesten waarborgen de goede validering van de gegevens die door hun diensten of instellingen beheerd worden:

4° om de gegevens die afkomstig zijn uit de andere Gewesten slechts voor een wetenschappelijk doel en als openbare dienstverlening te gebruiken, en bijgevolg de commercialisatie van deze gegevens te verbieden, alsook elke verspreiding van deze gegevens zonder voorafgaande toestemming van de betrokken gewesten.

HOOFDSTUK II – Intergewestelijke samenwerking.

Artikel 6.
Om de doelstellingen te realiseren die in artikel 1 vastgelegd zijn, richten de Gewesten een intergewestelijke Cel voor Leefmilieu op (CELINE), hierna de Cel genoemd.

De Cel is samengesteld uit personeelsleden van de ministeries van Leefmilieu en/of van instellingen van openbaar nut aan dewelke de Gewesten de opdrachten die omschreven zijn in de artikelen 3 en 4, toevertrouwd hebben.

Artikel 7.
Zonder afbreuk te doen aan de artikelen 8 en 18 zal de Cel belast worden met de volgende opdrachten:

1° operationele opdrachten in verband met de lucht:

  • het beheer van een gemeenschappelijke gegevensbank inzake de luchtvervuiling, die ondermeer de gegevens bevat die door de verschillende meetnetwerken en programma’s geleverd worden; dit beheer omvat het verwerven, het inventariseren en het verwerken van de gegevens, evenals de ontwikkeling van de daartoe noodzakelijke software; de databank zal worden aangepast teneinde op intergewestelijk vlak de gegevens te kunnen inzamelen die noodzakelijk zijn voor het Europees Agentschap voor Leefmilieu en andere internationale organisaties;
  • het opstellen van een rapport inzake het automatische netwerk en de coördinatie van de rapporten die een antwoord bieden op de internationale verplichtingen;
  • het opvolgen van fases van toenemende vervuiling en het verwittigen van de verantwoordelijke instanties die door de Gewesten aangeduid zijn;

2° opdrachten inzake toegepast wetenschappelijk onderzoek:

  • wetenschappelijk beheer van het automatisch netwerk en van het ijk- en proefbank programma;
  • globale statistische validering van de gegevens van het automatisch meetnetwerk;
  • het maken van modellen en het uitvoeren van statistische analyses met betrekking tot de problematiek van het transport en de opslag van stoffen die de lucht vervuilen;
  • coördinatie van de uitwerking van gemeenschappelijke methodes inzake monsterneming, analyse en validering, met inbegrip van de harmonisatie van de methodes op internationaal niveau;
  • coördinatie van meetcampagnes die meerdere Gewesten kunnen interesseren, meer bepaald door het organiseren van mobiele campagnes.

De door de Cel opgestelde rapporten, ontwikkelde software en bekomen resultaten, behoren gezamenlijk toe aan de drie gewesten.

Artikel 8.
De gewesten kunnen, eventueel op voorstel van het coördinatiecomité, in gemeenschappelijk overleg beslissen om de taken van de Cel te wijzigen.

Artikel 9.
Er wordt een coördinatiecomité ingesteld dat als volgt is samengesteld:

  • 2 vertegenwoordigers van het ministerie en/of de instelling van openbaar nut aan wie het Vlaamse gewest de opdrachten toevertrouwd heeft die bedoeld worden in de artikelen 3 en 4;
  • 2 vertegenwoordigers van het ministerie en de instellingen van openbaar nut aan wie het Waalse gewest de opdrachten toevertrouwd heeft die bedoeld worden in de artikelen 3 en 4;
  • 2 vertegenwoordigers van de instelling van openbaar nut aan wie het Brussels Hoofstedelijk gewest de opdrachten toevertrouwd heeft die bedoeld worden in artikelen 3 en 4.

De zes leden kunnen zich laten bijstaan door één of meer raadgevers, afhankelijk van de activiteiten en de programma’s die bestudeerd moeten worden.

De gewestelijke Ministers van Leefmilieu kunnen een vertegenwoordiger afvaardigen.

Artikel 10.
Het coördinatiecomité zal minstens om de twee maanden bijeenkomen of op verzoek van een gewest. Het comité zetelt slechts geldig indien de drie gewesten zijn vertegenwoordigd.

Het comité beslist bij eenparigheid van stemmen.

Het comité benoemt een voorzitter onder zijn leden en ziet erop toe dat een afwisseling tussen de gewesten wordt nageleefd na elke periode van een jaar.

Het secretariaat wordt waargenomen door een personeelslid van de Cel.

Artikel 11.
Het coördinatiecomité is meer bepaald belast met de volgende taken:

1° in het algemeen, waken over de goede uitvoering van deze overeenkomst en over de continuïteit van de openbare dienst;

2° het werk van de Cel organiseren. Het Coördinatiecomité legt ter goedkeuring van de gewestelijke Ministers van Leefmilieu voor wat volgt:

  • ten laatste drie maanden na het van kracht worden van deze samenwerkingsovereenkomst, het organisatorisch reglement van de Cel:
  • jaarlijks en voor de eerste maal ten laatste drie maanden na het van kracht worden van deze samenwerkingsovereenkomst, de werkings- en investeringsmiddelen en het werkplan van de Cel;

3° voorstellen doen aan de ministeries en de bevoegde instellingen om het volgende te verzekeren:

  • de aanstelling van het personeel dat noodzakelijk is voor het uitvoeren van de opdrachten van de Cel;
  • de gepaste financiering van de opdrachten van de Cel;

4° jaarlijks verslag uit te brengen, via de administraties, aan de gewestelijke minister van Leefmilieu over het uitvoeren van de opdrachten en het gebruik van de werkings- en investeringsmiddelen gedurende het afgelopen jaar.

Artikel 12.
De Gewesten verbinden zich ertoe om personeel bij deze Cel aan te stellen dat bevoegd is inzake informatica, de databank, de verwerking van gegevens, de modellisatie, monitoren en ijkstandaarden van stoffen die de lucht vervuilen, de netwerken voor Luchtmeting, het onderzoek van de luchtvervuiling.

Artikel 13.
De gewesten verbinden zich ertoe om, zodra deze overeenkomst van kracht wordt, het materiaal waarvan de lijst is gevoegd in bijlage ter beschikking van de Cel te stellen.

Artikel 14.
De noodzakelijke bijkomende investeringen voor de oprichting van de Cel omvatten:

  • wat betreft het automatisch netwerk: aankoop van 4 PC (386), 1PC (488), 1 draagbare PC (386), hardware en software voor de aankoop en de validering van de gegevens, en aankoop van modems, een printer, een geheugenuitbreiding en een fax;
  • wat betreft de databank: aankoop van een geheugenschijf, een printer, een kast voor banden, hardware en software, grafisch materiaal, 2 PC’s, een scanner, een tape streamer voor het omzetten van magneetbanden en modems;
  • wat betreft de ijk- en proefbank: aankoop van een ozoneenheid, een ozonmonitor, een draagbare ijkvalies, een analytische weegschaal, een titratie-eenheid, een barometer, een temperatuurdetector, een CO-analyser, een NOX-monitor, allerlei materiaal en kantoormateriaal.

Het totaal bedrag van deze investeringen bedraagt 18 miljoen.

Artikel 15.
Het materiaal dat door elk Gewest ter beschikking wordt gesteld of wordt aangekocht in uitvoering van dit akkoord blijft eigendom van elk Gewest.

De onderhoudscontracten van het materiaal, dat ter beschikking wordt gesteld van de Cel, worden door elk gewest afgesloten, rekening houdend met de respectievelijke verdeling van het eigendomsrecht.

Het personeel dat door de gewesten aangesteld is bij de Cel, overeenkomstig artikel 12, is verantwoordelijk voor het algemeen toezicht en het in goede staat van werking houden van het materiaal waarover de Cel beschikt.

Artikel 16.
De Cel is gevestigd in de lokalen aan de Kroonlaan 310 en de J. Wytmanstraat 14, ter beschikking gesteld door de Staat, overeenkomstig de beslissing genomen door de federale Minister van Leefmilieu op 11 mei 1993 en dit voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf deze datum.

Artikel 17.
De bijdragen betreffende de personeelskosten, de afschrijving van het materiaal, ter beschikking gesteld van de Cel, de bijkomende of jaarlijkse investeringen, de onderhoudskosten van het materiaal en de werkingskosten worden ten laste genomen door elk gewest door toepassing van de verdeelsleutel gebruikt in artikel 99, § 1, van de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur.

Dezelfde verdeelsleutel wordt zoveel mogelijk gebruikt voor elke afzonderlijke rubriek.

De afrekening wordt gemaakt door het coördinatiecomité en ter goedkeuring voorgelegd aan de gewestelijke Ministers voor Leefmilieu, overeenkomstig artikel 11, 2°.


HOOFDSTUK III – slotbepalingen

Artikel 18.
Twee jaar na het van kracht worden van deze samenwerkingsovereenkomst, zal het coördinatiecomité dat omschreven werd in artikel 10 de intergewestelijke samenwerking evalueren, meer in het bijzonder de samenwerking met betrekking tot de werking van de intergewestelijke Cel voor Leefmilieu in verhouding tot de doelstellingen die in artikel 1 vastgesteld werden.

Op deze basis beslissen de gewestelijke Ministers van Leefmilieu over de voortzetting van deze samenwerkingsovereenkomst en herdefiniëren ze indien nodig de opdracht van de intergewestelijke Cel voor Leefmilieu.

Artikel 19.
De geschillen die tussen de contractuele partijen rijzen met betrekking tot de uitlegging of de uitvoering van deze overeenkomst worden beslecht door een rechtscollege, zoals bedoeld bij artikel 92bis, §§ 5 en 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.

Artikel 20.
Deze overeenkomst wordt van kracht op de dag van de ondertekening.

Brussel, 18 mei 1994.

De Minister-President van de Vlaamse regering en Vlaamse Minister van Economie, KMO’s, Wetenschapsbeleid, energie en Externe Betrekkingen,

L. VAN DEN BRANDE

De Minister Vice-President van de Vlaamse regering en Vlaamse Minister van Leefmilieu en Huisvesting,

N. DE BATSELIER

De Minister-Voorzitter van de Waalse regering, belast met Economie, KMO’s, Toerisme en Externe Betrekkingen,

R. COLLIGNON

De Waalse Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,

G. LUTGEN

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Ruimtelijke Ordening, Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling

C. PICQUE

De Minister van Huisvesting, Leefmilieu, Natuurbehoud, Waterbeleid en Monumenten en Landschappen,

D. GOSUIN

 

 

 


 

 

 

Samenwerkingsakkoord betreffende de wijziging van de Samenwerkingsovereenkomst van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en Waalse Gewest inzake het toezicht op emissies in de lucht en op de structurering van de gegevens.

(21 december 1995 – Belgisch Staatsblad 19-09-1996 Bladzijde 24460)

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993, inzonderheid op artikel 92 bis;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op de artikelen 4 en 42;

Gelet op de Verordening van de Raad (EEG) nr 1210/90 van 7 mei 1990 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk;

Gelet op de Samenwerkingsovereenkomst van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en Waalse Gewest inzake het toezicht op emissies in de lucht en op de structurering van de gegevens;

De Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heer Luc Van den Brande, Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaamse Minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie en de heer Theo Kelchtermans, Vlaamse Minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;

De Waalse Regering, vertegenwoordigd door de heer Robert Collignon, Minister-President van de Waalse Regering, gelast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's en Toerisme en de heer Guy Lutgen, Waalse Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Rijkdommen en Landbouw;

De Regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest , vertegenwoordigd door de heer Charles Picqué, Minister-President gelast met Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling en de heer Didier Gosuin, Minister van Leefmilieu, Openbare Netheid en Stadsvernieuwing.

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1.

De volgende wijzigingen worden aangebracht aan de Samenwerkingsovereenkomst tussen het Brusselse, het Vlaamse en het Waalse Gewest inzake met het toezicht op de emissies in de lucht en de structurering van de gegevens :

Paragraaf 1.

Aan artikel 1 wordt een vierde opdracht toegevoegd " - de werking van het Belgisch knooppunt van het Agentschap"

Paragraaf 2.

Artikel 2 wordt als volgt aangevuld:

4e "Agentschap": het Europees Milieuagentschap opgericht door Verordening (EEG) nr 1210/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 7 mei 1990 betreffende de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk;

5e "knooppunt": centrum voor coördinatie en/of overdracht van informatie die op nationaal niveau verstrekt wordt aan het Agentschap en aan de componenten van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk."

Paragraaf 3.

Artikel 5 wordt met de volgende alinea aangevuld : "In het kader van de ontwikkeling en het beheer van de permanente structuur om gewestelijke gegevens te verzamelen en in het kader van de werking van het Belgisch knooppunt van het Agentschap, verbinden de Gewesten zich ertoe elkaar de wederzijdse en kosteloze toegankelijkheid te garanderen tot alle gegevens in verband met het milieu die ten behoeve van het Agentschap moeten worden verzameld en deze gegevens enkel te gebruiken voor deze behoeften, ofwel om ze met wederzijdse toestemming, te gebruiken voor wetenschappelijke doeleinden en voor openbaar nut in het kader van de samenwerking die door het huidige akkoord wordt tot stand gebracht".

Paragraaf 4.

In de Nederlandse versie wordt het woord "CELINE" in het artikel 6 vervangen door het woord "IRCEL".

Paragraaf 5.

Artikel 7 wordt als volgt aangevuld:

c) taken in verband met de functie van het knooppunt:

1e secretariaat en intelligente tussenschakel tussen enerzijds het Agentschap of de instellingen of organismen die deel uitmaken van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk in de andere lidstaten van de Europese Unie en anderzijds de belangrijkste leden van het netwerk van het Agentschap zoals bedoeld in bijlage II. Hierin is inbegrepen het overmaken aan deze laatsten van de inlichtingen betreffende de activiteiten en publicaties van het Agentschap in die domeinen die onder hun bevoegdheid vallen;

2e het verzamelen van gegevens op een coherente en gecoördineerde manier en de eventuele uitwerking van gemeenschappelijke rapporten om ze door te geven aan het Agentschap;

3e eventuele ontwikkeling van een databank om efficiënt in te spelen op de noden van het Agentschap."

Paragraaf 6.

Artikel 9 wordt met de volgende alinea aangevuld:

"Binnen de taken van de Cel vermeld in artikel 7,c) kan het coördinatiecomité uitgebreid worden met een vertegenwoordiger van de Federale Regering voor de materies die onder de bevoegdheden van de Federale Staat vallen".

Paragraaf 7.

Artikel 11 wordt met volgende alinea aangevuld: "5e het wijzigen van de lijst der belangrijkste leden van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk opgenomen in bijlage II".

Paragraaf 8.

De tekst van artikel 12 wordt vervangen door de volgende tekst:

Paragraaf 1 : Voor de taken in verband met het toezicht op de emissies in de lucht en het inzamelen van gegevens inzake de atmosferische vervuiling, verbinden de Gewesten zich ertoe in de Cel personeel aan te stellen dat vakbekwaamheid heeft op het vlak van informatica, databanken, gegevensverwerking, modellering, monitoren en standaarden voor het ijken van monitoren, netwerken voor luchtmeting, studie van de luchtverontreiniging.

Paragraaf 2 : Voor de taken in verband met de activiteiten van het knooppunt, verbinden de Gewesten zich ertoe in de Cel volgende personen aan te stellen :

- twee personen van universitair niveau met een wetenschappelijke - of informatica-opleiding; - een persoon van niveau 2 die gelast zal zijn met het secretariaat.

De Gewesten plegen overleg bij de aanstelling van deze personen,teneinde de complementariteit van hun respectievelijke functies in de Cel te verzekeren.

Paragraaf 9.

Er wordt een nieuw artikel 12bis toegevoegd:

"De Gewesten richten elk een gewestelijke milieudatabank op om in te spelen op de behoeften van het Agentschap. Zij leggen een computerverbinding tussen de gegevensbanken en de Cel.

Er wordt tussen de Cel en het Agentschap een computerverbinding gelegd overeenkomstig de technische voorschriften van het Agentschap".

Paragraaf 10. Het Romeinse cijfer "I" wordt na het woord "Bijlage" toegevoegd.

Paragraaf 11. Volgende Bijlage II wordt na Bijlage I ingevoerd:

Bijlage II

Lijst van de belangrijkste componenten van het Europees milieuobservatie- en informatienetwerk

-AMINAL

Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer

van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Belliardstraat 14-18, B-1040 Brussel

-AQUAFIN

AQUAFIN NV

Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar

-AWZ Administratie Waterwegen en Zeewezen

van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Simon Bolivarlaan 30, WTC-toren III, B-1210 Brussel

-BIM/IBGE

Brussels Instituut voor Milieubeheer

Institut Bruxellois pour la Gestion de L'Environnement

Gulledelle 100, B-1200 Brussel/ Gulledelle 100, B-1200 Bruxelles

-BIWM/CIBE Brusselse Intercommunale Watermaatschappij

Compagnie Intercommunale Bruxelloise des Eaux

Wolstraat 70, B-1000 Brussel/Rue aux Laines 70, B-1000 Bruxelles

-BNRE Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie

van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Markiesstraat 1, B-1000 Brussel

-DGATL Direction générale de l'Aménagement

du territoire et du Logement du Ministère de la Région

Wallonne.

Rue des Brigades d'Irlande 1 , B-5100 Namur

-DGRNE

Direction Générale des Ressources

Naturelles et de l'Environnement

du Ministère de la Région Wallonne

Avenue Prince de Liège 15, B-5100 Namur

-FSAGX (I) Faculté des Sciences Agronomiques de l'Etat

Unité d'Enseignement et de Recherche des Sciences du Sol

et de la Terre

Passage des Déportés 2 , B- 5030 Gembloux

-FSAGX (II) Faculté des Sciences Agronomiques de l'Etat

Unité d'Enseignement et de Recherche de Biologie

végétale

Avenue de la Faculté 22 , B- 5030 Gembloux

-GI Afdeling Preventie en Sociale Gezondheidszorg

van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Markiesstraat 1, B-1000 Brussel

-IBW Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer

Gaverstraat 4, B-9500 Geraardsbergen

-IN Instituut voor Natuurbehoud

Kiewitdreef 5, B-3500 Hasselt

-IRCEL/CELINE Intergewestelijke Cel voor Leefmilieu

Cellule Interrégionale de l'Environnement

Kroonlaan 310, B-1050 Brussel

Avenue de la Couronne 310, B-1050 Bruxelles

-ISSEP Institut Scientifique de Service Publique

Rue du Chéra 200, B-4000 Liège

-LIN Departement Leefmilieu en Infrastructuur

van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Simon Bolivarlaan 30, B-1210 Brussel

-MET Ministère wallon de l'Equipement et des Transports,

Voies navigables

D 211 WTC Tour III, Boulevard Simon Bolivar, 30, B-1210 Bruxelles

-MIS Milieu-info Stuurgroep

Departement Coördinatie van het Ministerie van de Vlaamse

Gemeenschap

Boudewijnlaan 30, B-1210 Brussel

-OVAM

Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest

Kanunnik De Deckerstraat 22-26, B-2800 Mechelen

-SGUN Service de Géographie Urbaine de Namur

Hôtel de ville de Namur, Esplanade de l'Hôtel de ville B-5000 Namur

-SWDE Société wallonne des Distributions d'Eau

Rue de la Concorde 41 B-4800 Verviers

-VITO

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek

Boeretang 200, B-2400 Mol

-VLM

Vlaamse Landmaatschappij

Guldenvlieslaan 72, B-1060 Brussel

-VMM Vlaamse Milieumaatschappij

Alfons Van De Maelestraat 96, B-9320 Erembodegem

Artikel 2.

Dit samenwerkingsakkoord wordt van kracht op de dag van de ondertekening.

Opgemaakt te Brussel in zesvoud, op ......

Voor de Regering van het Vlaamse Gewest

De Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaamse Minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie,

Luc VAN DEN BRANDE

De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,

Theo KELCHTERMANS

Voor de Regering van het Waalse Gewest

De Minister-Voorzitter van de Waalse Regering, gelast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's en Toerisme,

Robert COLLIGNON

De Waalse Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Rijkdommen en Landbouw,

Guy LUTGEN

Voor de Regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

De Minister-Voorzitter van de Brussels Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,

Charles PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid,

Didier GOSUIN

 

 

 


 

 

 

Samenwerkingsakkoord tussen de Belgische Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de structurering van de gegevens inzake Leefmilieu bestemd voor het Europees Milieuagentschap.

(21 december 1995 – Belgische Staatsblad 14-06-1996 Bladzijde 16445)

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980, gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993, inzonderheid op artikel 92 bis;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op de artikelen 4 en 42;

Gelet op de Verordening van de Raad (EEG) nr 1210/90 van 7 mei 1990 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk;

Gelet op de Samenwerkingsovereenkomst van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en Waalse Gewest inzake het toezicht op de emissies in de lucht en op de structurering van de gegevens, zoals gewijzigd bij het Samenwerkingsakkoord van 21/12/1995 ;

Overwegende dat de verplichtingen opgelegd aan België krachtens de Verordening (EEG) nr 1210/90 in hoofdzaak tot de bevoegdheid van de Gewesten behoren, maar dat om te beantwoorden aan het gedeelte dat tot de bevoegdheid van de Federale Overheid behoort een samenwerking tussen de Gewesten en de Federale Overheid noodzakelijk is;

Overwegende dat de Gewesten de taak voor het verzekeren van de werking van het knooppunt aan de intergewestelijke Cel voor Leefmilieu hebben toevertrouwd;

Overwegende het belang voor de Federale Overheid om gebruik te kunnen maken van de intergewestelijke infrastructuur, opgebouwd in de intergewestelijke Cel voor Leefmilieu;

De Federale Regering, vertegenwoordigd door de heren Jean Luc Dehaene, Eerste Minister, Marcel Colla, Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Jan Peeters, Staatssecretaris voor Veiligheid en voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu;

De Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heren Luc Van den Brande, Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaamse Minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie en Theo Kelchtermans, Vlaamse Minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;

De Waalse Regering, vertegenwoordigd door de heren Robert Collignon, Minister-President van de Waalse Regering, gelast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's en Toerisme en Guy Lutgen, Waalse Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Rijkdommen en Landbouw;

De Regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de heren Charles Picqué, Minister-President gelast met Ondergeschikte Besturen en Tewerkstelling, en de heer Didier Gosuin, Minister van Leefmilieu, Openbare Netheid en Stadsvernieuwing;

Zijn het volgende overeengekomen :

Artikel 1.

In de betekenis van het huidige akkoord, wordt verstaan onder :

1e "Agentschap" : het Europees Milieuagentschap, opgericht door Verordening (EEG) nr 1210/90 van de Raad van de Europese Gemeenschap van 7 mei 1990 betreffende de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk.

2e "Knooppunt" : De intergewestelijke Cel voor Leefmilieu, opgericht door de Samenwerkingsovereenkomst van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en Waalse Gewest inzake toezicht op de emissies in de lucht en op de structurering van de gegevens en gelast met de coördinatie en/of de overdracht van de te verstrekken informatie aan het Agentschap en aan de componenten van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk.

Artikel 2.

Het huidige akkoord heeft tot doel de coördinatie tot stand te brengen tussen het knooppunt en de federale instellingen en   organismen,  componenten van het Europees milieuobservatie- en   -informatienetwerk, waarvan de lijst in bijlage.
Het is complementair van toepassing op de Samenwerkingsovereenkomst van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en Waalse Gewest inzake toezicht op de emissies in de lucht en op de structurering van de gegevens.

Artikel 3.

Paragraaf 1. Het knooppunt informeert de federale instellingen en organismen, bedoeld in bijlage, over de activiteiten en de publikaties van het Agentschap die betrekking hebben op hun bevoegdheden.

Paragraaf 2. De Belgische Staat maakt de gegevens, die nodig zijn voor het Agentschap, in een gepaste vorm over aan het knooppunt. Deze gegevens zullen slechts worden gebruikt om te voldoen aan de noden van het Agentschap of, bij gemeenschappelijk akkoord, voor wetenschappelijke doeleinden of voor doeleinden van openbare dienstverlening.

Artikel 4.

Ten einde een optimaal verband te verzekeren tussen het  knooppunt en de Belgische Staat, duidt deze laatste een vertegenwoordiger aan,  voor die zaken, waarvoor krachtens artikel 2 een coördinatie noodzakelijk is, tijdens de vergaderingen van het Coördinatiecomité, bedoeld bij de   Samenwerkingsovereenkomst van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en   Waalse Gewest inzake toezicht op de emissies in de lucht en op de structurering   van de gegevens.

Artikel 5.

De Gewesten nemen de kosten voor het personeel en voor de  werking van het knooppunt ten laste, in overeenstemming met artikel 17 van de Samenwerkingsovereenkomst van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en  Waalse Gewest inzake toezicht op de emissies in de lucht en op de structurering van de gegevens.

Artikel 6.

De geschillen tussen de partijen van het huidige akkoord, die ontstaan door de interpretatie en de uitvoering van het huidige akkoord, worden geregeld door de rechtspraak, zoals ze wordt bepaald bij artikel 92bis §5 en 6   van  de bijzondere wet van 8 augustus 1980 betreffende de  institutionele hervormingen.

Artikel 7.

Het huidige akkoord wordt van kracht op de dag van de ondertekening.
 

Opgemaakt te Brussel in negenvoud, op 21 december 1995

Voor de Federale Regering

De Eerste Minister

Jean-Luc DEHAENE

De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen

Marcel COLLA

De Staatssecretaris voor Veiligheid en voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu,

Jan PEETERS

Voor de Regering van het Vlaamse Gewest

De Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaamse Minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie,

Luc VAN DEN BRANDE

De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,

Theo KELCHTERMANS

Voor de Waalse Regering

De Minister-President van de Waalse Regering, gelast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's en Toerisme,

Robert COLLIGNON

De Waalse Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Rijkdommen en Landbouw,

Guy LUTGEN

Voor de Regering van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen,Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen

Charles PICQUE

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,bevoegd voor Leefmilieu en Waterbeleid,Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid,

Didier GOSUIN